Vermogen huishoudens – wie het weet mag het zeggen
_____________________________________________________________________________________________________________________
In de bijdrage huishoudvermogens 2012 behandelden we de vermogens volgen de gegevens van de CBS statline statistiek. Recent heeft het CBS in de publicatie Nederland in 2013 – een economisch overzicht een tabel met weer andere gegevens gepubliceerd. Daarnaast hebben we nog de statistiek van de Nederlandse Bank voor de huishoudvermogens. Ook het CPB deed op 18 maart 2014 nog een duit in het zakje. [4]
We hebben de gegevens samengevat zodat een ieder nu zijn eigen keuze kan maken. Met wat minder ambtenaren en meer coördinatie hebben we misschien wat minder keuzes maar geven we ook minder geld uit en wordt de informatie mogelijk betrouwbaarder en consistenter.
Ik ga voor de pensioencijfers van het CPB, die ik zo juist heb opgedist en toegevoegd. Voor de rest van de vermogenscomponenten vertrouw ik maar, bij gebrek aan beter, op het CBS.
______________________________________________________________________________________________________________________
1. Vermogenscomponenten volgens Nederland in 2013 [1]
2. Vermogencomponenten volgens CBS statline [2]
3. Vermogenscomponenten volgens statistiek DNB [3]
4. (update) Vermogen huishoudens volgens CPB publicatie [4]
(1) Ook ons CPB vergeet even dat er nog een belastingclaim rust op de post Pensioenen/voorzieningen. Voor 2012 komt de post pensioenen aardig overeen met de pensioenreserves van Knot eind 2012 (€ 1.271 mld.)
(2) In de bijdrage Huishoudvermogens 2012 kwamen we op een vermogen van € 2.004 mld. Als je daar de belastingclaim op de pensioenen bijtelt kom je op € 2.375 vermogen. De waardering onroerend goed inclusief woningen ligt € 128 mld. hoger dan die van het CBS.
(3) De cijfers van het CPB zijn slechts beperkt inpasbaar in de overzichten in §4. In §5 vergelijken we de cijfers met het CBS en DNB (voor pensioenen).
4. Enkele vermogenscomponenten
4.1 Pensioenvermogen
(1) Het pensioenvermogen behandelden we uitgebreid in de bijdrage Pensioenen 2013.
(2) De pensioenvermogens in de statistieken van CBS en DNB zijn te laag en te hoog:
(a) Te hoog omdat van de huishoudvermogens nog de latente belastingclaim van ca 35% moet worden afgetrokken, want het gaat natuurlijk om het nettovermogen.
(b) Te laag omdat belangrijke delen van de 3e pijler niet in de pensioenstatistieken voorkomen zodat die onvolledig zijn. Van Knot (DNB) weten we dat de pensioenreserves eind 2012 zo’n 212% bbp of € 1.271 mld. bedroegen.
4.2. Hypotheken
(1) Waarom de hypotheekcijfers verschillen is niet duidelijk.
(2) De statistieken betreffende hypotheken zijn volstrekt ontoereikend voor het benodigde inzicht. Door het HRA-infuus worden hypotheken niet afgelost zodat een niet onbelangrijk deel van het spaargeld en de levensverzekeringspolissen bestemd zijn om de hypotheek t.z.t. af te lossen. In welke mate de eigen woning echt onder water staat is dus niet af te leiden uit de stand van de hypotheek en de WOZ-waarde van de woning.
(3) In de periode 2008 -2013 daalden de huizenprijzen met 20% [1]
4.2.1 Netto eigen woning volgens Statline
(1) Voor een nadere analyse zie de bijdrage Huishoudvermogens 2012.
4.3 Levensverzekeringen
5. Beste schatting
De vergelijking tussen de CBS cijfers voor de onroerend goed cijfers en overig vermogen met de DNB pensioencijfers met de CPB-cijfers is dan als volgt:
(1) Het CPB pensioencijfer voor 2007 van € 972 mld. bruto (geel) is onmiskenbaar onjuist, het CBS cijfer komt op € 536 mld. bruto en het is ondenkbaar dat de extra pensioenreserves toen € 436 mld. bedroegen.
(2) De CPB cijfers zijn ontleend aan CBS inkomens- en vermogensrekeningen. Naar de verschillen kunnen wij slechts gissen, want enige vorm van toelichting ontbreekt.
Om de lezer niet helemaal onverrichter zake naar huis te laten gaan, geven we de volgende beste schatting:
(1) Zoals we uit de vorige tabel kunnen concluderen zijn de cijfers kennelijk onvoldoende nauwkeurig om als tabel weer te geven.
(2) Pensioenen DNB is na aftrek 35% belastingclaim overheid. Het pensioenvermogen van de DNB-statistieken is echter te laag. In 2012 schatte Knot zelf de pensioenreserves op 212 % bbp ( € 1,271 mld.), dat is bruto € 211 mld. hoger dan in zijn eigen statistiek. Het CPB kwam op € 1.257 mld. bruto (zie boven) in het zelfde jaar en dat bedrag houden we na aftrek van 35% belastingen dan maar aan., ook voor 2011. Het verschil met het CBS betreft voornamelijk de derde pijler pensioenen. In de grafiek zijn dus alleen de pensioenvermogens van 2011 en 2012 enigszins betrouwbaar, voor de overige jaren is het pensioenvermogen te laag weergegeven.
(3) Voor onroerend goed en overig vermogen zijn de CBS Statline gegevens aangehouden, die we al jaren gebruiken in de vermogensstatistiek huishoudens. Dan zitten we ten minste consistent fout.
__________________________
Laatste bijgewerkt 2 juni 2014
[1] CBS,” Nederland 2013”, http://www.cbs.nl/NR/rdonlyres/911988A7-1223-49D7-BEEC-1C3927924FD1/0/2014Nederlandin2013pub.pdf , blz 20
[2] CBS Statline,
[3] DNB, Statistieken, http://www.statistics.dnb.nl/huishoudens/index.jsp
[4] Frank van Es, Henk Kranendonk, Vermogensschokken en consumptie in Nederland, CPB achtergrond document 18 maart 2014, http://www.cpb.nl/publicatie/vermogensschokken-en-consumptie-nederland